Het ontstaan van voorkeurshouding

Voorkeurshouding wordt ook plagiocephalometrie genoemd. Sinds het advies om jonge baby’s (ivm de veiligheid) op de rug te laten slapen, is het aantal baby’s met een afplatting van de schedel aanzienlijk toegenomen. Een afplatting van de schedel ontstaat door een voorkeurshouding. Een voorkeurshouding houdt in dat uw kindje liggend op zijn rug steeds naar dezelfde kant kijkt en dus altijd op dezelfde kant van zijn hoofdje ligt. Dit gedrag kan zijn oorsprong hebben in de zwangerschap. Het kan echter ook ontstaan tijdens de geboorte of de eerste paar weken na de geboorte.

Hoe wordt de meting gedaan?

Een bandje van een bepaald materiaal (thermoplast) wordt om het hoofdje aangebracht. Dit bandje wordt na enkele minuten hard en is een exacte kopie van de vorm van de schedel. Op het bandje worden de loodrechte posities van de neus en oren gemarkeerd. Vervolgens wordt het bandje gekopieerd op papier, waarna precieze metingen kunnen worden gedaan, zodat er een getal komt over het percentage van de plagiocephalie of bracycephalie. Wanneer wordt er gemeten?
Afhankelijk van de mate van scheefheid wordt er bij aanvang van de therapie een meting gedaan, een eventuele tussen meting en altijd een eindmeting. Zo ontstaat er een evaluatief moment en worden de vorderingen zichtbaar.